Het is een zonnige dag. Niet te warm en niet te koud. Dat in combinatie met het weekend zorgt voor een mooie dag om te gaan shoppen. Vandaag eens zonder Mijn trouwe slaafje. Voordat Ik weg ben gegaan, heb Ik hem in bad gestopt. Hij houdt ervan om vertroeteld te worden en Ik houd ervan dat hij schoon is. Het is een goede match.
Het enige nadeel is dat Ik nu Mijn eigen tassen moet dragen. Voor nu is het alleen nog een handtasje, maar Mezelf kennende… Kijk Mij nu. Ik lach om Mijn eigen gedachtegang. Iedereen kijkt Me aan alsof Ik een krankzinnige ben met autistische trekjes. Toch zie Ik ook jaloezie in hun blikken. Vooral in die van de vrouwen. Jaloers dat Ik Me heerlijk voel.
In tegenstelling tot de vrouwen kijken de mannen Me verlekkerd aan. Ik kan het ze niet kwalijk nemen wanneer Ik mezelf bekijk in de weerspiegeling van een grote etalageruit. Hoge hakken, een donkere panty en een luchtig jurkje.
Mijn lange, zwarte haar waait mee in de koele bries die Mijn lichaam op de juiste temperatuur houdt. De donkere zonnebril verduistert Mijn ogen. Ja, Ik zie er top uit.
…en Ik ben niet de enige die dat vindt. Achter Me staat Arthur. Zodra Ik hem zie, lopen de rillingen over Mijn rug. Zijn kleine gestalte, maar zeer indringende blik bezorgen Me kippenvel. Kippenvel in de niet-prettige vorm van de betekenis. Ik wil hier weg. Weg van hem. Hij heeft Me lang genoeg gestalkt. Ik dacht van hem af te zijn, maar… Nee, dit kan niet. Is het hem echt?
Ik verzamel alle moed die Ik in Me heb en draai Me om. Ja. Het is hem. Zijn grijze haar zit nog altijd met een strakke scheiding opzij gekamd. De blik… De blik is wat Mij zo bang maakt.
De levenloze uitdrukking die hij op zijn gezicht heeft. Hij staart naar Me en Ik besef meteen dat zijn obsessie voor Mij nog niet weg is. Niet na de lange tijd dat hij uit het niets verdwenen was. Maar nu is hij er weer. Hier en nu.
Mijn ontspanning is compleet verloren gegaan en heeft plaatsgemaakt voor angst. Angst voor de man die Me stalkt. Altijd al gestalkt heeft. Ik moet weg. Mijn benen beginnen automatisch te lopen. Vlug loop Ik de hoek van de straat om. Dit is het moment dat Ik Mijn pas versnel. Zou hij Me volgen? Durf Ik achterom te kijken…?
Shit! Hij achtervolgt Me nog. Ik kijk weer vooruit en begin sneller te lopen. Toch weet Ik dat het zinloos is. Zijn korte benen lopen sneller dan Me lief is en Ik weet dat hij Me gemakkelijk bij kan houden.
Ik begin te zweten van angst. Daar gaat Mijn frisse gevoel. Zelfs het briesje kan dit niet meer goedmaken. Nou ja, het is niet Mijn grootste zorg. Dat is namelijk de man die Me nog altijd op de hielen zit…
De hakken maken het er ook niet makkelijker op. Acht centimeter in lengte en de schoen geeft weinig stabiliteit aan Mijn enkel. Ik moet iets bedenken. Snel. Ik kijk nog eens achterom en zie dat hij Me in wil halen. Hij komt steeds dichterbij…
Ondanks Mijn verheven positie boven veel mannen die Mij aanbidden, ben Ik nu echt bang. Please, help Me… Ik begin te bidden. Waar Ik namelijk zo bang voor ben, is waar Arthur toe in staat is…
Ik begin te rennen. De angst bezorgt Me tranen in Mijn ogen. Mensen kijken Me aan alsof Ik volledig gestoord ben. Paniek maakt zich meester van Me. Ik moet sneller. Sneller. Zo snel als Ik kan. Please… Zorg ervoor dat Ik met rust word gelaten.
Ik begin vermoeid te raken. Mijn benen worden moe en Ik voel dat hij nog altijd achter Me aan zit. Zal Ik om hulp schreeuwen? Ja! Waarom niet? Mijn hele gezicht is betraand, Ik ben uitgeput en er zit een ware stalker achter Me aan. Er is vast wel iemand die Me wil helpen. Toch?!
‘Heeeelp!’ Ik schreeuw het zo hard als Ik kan en draai Me hierbij om. Een tweede keer schreeuw Ik het uit. Ik voel Me klein. Kwetsbaar.
Ik voel Me als een klein meisje dat getroost dient te worden door Haar mama en ja, dat is echt waar Ik behoefte aan heb. Iemand die Me troost. Iemand die Me veiligheid biedt. Iemand waar Ik Me aan over kan leveren. Zouden slaven zich ook zo voelen…?
Iedereen kijkt Me nu verstard aan. Het is doodstil op straat. Zelfs fietsers zijn gestopt om te kijken wat er aan de hand is. Ik besef dat de mensen Me gehoord hebben. Dat hulp gearriveerd is. Maar… Ik kijk om Me heen. Hij is… weg. Nergens te bekennen. Spoorloos!
Opnieuw springen de tranen in Mijn ogen. Was dit een verbeelding? Nee, onmogelijk. Nee… Ik word gek. Mijn stalker neemt nog altijd een plek in Mijn leven in en zal dit waarschijnlijk altijd blijven doen.
Ik zak op Mijn knieën en laat de tranen lopen. Met Mijn handen op de grond ondersteun Ik Mezelf. Kijk Me hier nu toch eens. Helemaal kapot. Gebroken. Ik ben er duidelijk nog niet overheen. Heb Ik hulp nodig?
‘Gaat het wel…?’
Ik kijk op. Ik kijk recht in de ogen van een knappe man en Ik kan zo zien dat het een Meester is. Een Meester die Me zijn helpende hand aanbiedt. Betekent dit dat Ik… Ik? Een onderdaan…? Ongelovig staar Ik in zijn ogen, nog altijd even kwetsbaar als zojuist. Nee, dit kan niet…
‘Noem me maar George…’
Hallo Mrs Eleonora,
Ik begrijp uit het stuk dat U
gestalkt bent door iemand,.
Ik vindt het heel erg voor U en
leef met U mee en hoop
dat al die ellende snel voorbij is
Onderdanige groet
slaafje Richard
Dag slaafje Richard,
Lief dat je zo begaan bent met Meesteres Eleonora, maar in dit geval gaat het maar om een verhaaltje. Eleonora wordt Zelf niet gestalkt. 😉
Dominante groet,
Artemis
hihi… gelukkig!
Hallo Mrs Artemis,
Dan is het verhaaltje zo goed geschreven,
want het lijkt alsof Mrs Eleonora gestalkt word
Complimenten voor Mrs Eleonora
Het had toch gekunt dat Ze werd gestalkt ?
Ik werd er helemaal in meegesleept in het verhaal
Kan ik nu weer met gerust hart slapen gaan
Onderdanige groet,
slaafje Richard
Awh, dankje! Vrees niet, richard. Net als jij ga Ik straks ook met een gerust hart slapen. Niemand die Mij lastig durft te vallen!
Hallo Meesteres Eleonora,
ik denk inderdaad dat niemand U durft
lastig te vallen als U slaapt,
diegene die U zal wakker maken
is nog niet jarig denk ik zomaar
Fijne nachtrust ieder geval
Meesteres Eleonora
Onderdanige groet
slaafje Richard