Dit is deel vijf in een verhalenreeks. Lees eerst het eerste deel van De huisslaaf.
“Vrouwen, Frans, nooit heb ik ze begrepen en met bridge al helemaal niet.”
“Hans, geef nog even de laatste tip voor vanavond?”
Bridgen kan ik veel beter dan Frans en Jacoba samen. “Frans, we gaan ervan genieten. Lol beleven, gewoon lekker spelen, ontspannen, dan komt het verder goed…”
“Ha, die Hans.”
“Hee, Peter. Hoe gaat het?”
“Dat kan ik beter aan jou vragen. Ben je ondergedoken of zo? Niemand kan je meer vinden.”
“Hans, ik maak even een praatje met Cees.”
Nadat Frans weg is, vraag ik aan Peter hoe het met Karin gaat. Hij antwoordt:
“Uitstekend. Maar waar zit je man, overal gevraagd en gebeld. Je telefoon werkt niet. Onbegrijpelijk. En Isabell loopt als een kip zonder kop rond.”
“Maar Peter, ik heb verteld dat ik een paar maanden buiten beeld zou zijn.”
“De meest bevallige, sensitieve vrouw van de club is stapel op jou en jij bent nergens meer te vinden. Karin heeft er ook geen goed woord voor over.”
“Mooi, Peter, heel mooi. Prachtige woorden: bevallig, sensitief. En toevallig zei ik zojuist nog tegen Frans dat ik vrouwen nooit begrepen heb. Dat zal wederzijds zijn, zo werkt dat nu eenmaal.”
“Maar ik snap het ook niet, Hans.”
“Een soort van retraite, Peter, zeg maar.”
Het heeft allemaal niet mogen baten. De afgelopen dagen heeft Jacoba me murw geïnstrueerd. Dit weekend is ze er met twee vriendinnen op uit. Jawel, een lang weekend naar Parijs. Voordat ze vanochtend de deur uitging, kreeg ik zowaar een echte knuffel van haar. Ze vroeg dwingend: “Zul je heel goed je best doen, hans? Je bent Mijn slaaf.”
De vraag heb ik stellig met ‘ja’ beantwoord en ook heb ik met volle overtuiging herhaald dat ik Haar slaaf ben en dat ik Haar daarvoor dankbaar ben.
Maar toen Frans ‘s avonds thuiskwam en ik hem onderdanig begroette, zei hij dat het allemaal heel anders zou gaan lopen. Eerst ergens een hapje eten en daarna bridgen. Hij had ons voor vanavond aangemeld. En voor morgenmiddag had hij ook al iets leuks bedacht: voetbal kijken, Rijnsburgse Boys thuis tegen IJsselmeervogels.
“De dames nemen het ervan, wij dus ook.” Mijn tegenwerpingen werden weggewuifd. “Jacoba hoeft niet meteen alles te weten wanneer ze thuiskomt.” En daarmee maakte hij het gesprek af.
Isabell komt binnen, dat merk ik. Ze ziet me niet, doet misschien alsof. Tegen Frans verontschuldig ik me en ik ga achter haar aan.
“Isabell!”
Ze kijkt om.
“Ha, Hans.”
“Isabell, zullen we in de pauze praten?”
Ze knikt.
Gelukkig verloopt het bridge goed. Frans is geconcentreerd. Zodra de laatste tafel voor de pauze gespeeld is, zeg ik dat ik Isabell wil spreken. Hij vindt het prima.
“We drinken straks nog wel een borrel op de ‘goede’ afloop.” Dat roept hij me na. Ik steek mijn duim omhoog.
Aan de bar begroet ik Isabell opnieuw. We zoeken een rustig hoekje op.
“Het leek wel of je van de aardbodem verdwenen was.”
“Wat zullen we drinken, Isabell?”
“Sinaasappelsap, graag. Waar zit je?”
Ik bestel twee maal sinaasappelsap. Handig is dat je pas aan het eind van de avond hoeft af te rekenen.
“Isabell, ik heb je toch gezegd dat ik een tijdje weg zou zijn.”
“Maar we waren dat weekend ervoor juist samen uit geweest, Hans.”
“Hoe gaat het met je, Isabell?”
“Ja, wel goed. Maar ik wil graag een beetje weten waarom, Hans?”
“Waarom ik, Isabell? Ik ben bijna twintig jaar ouder dan jij. Dat verschil is te groot.”
“Omdat jij de enige ben bij wie ik ze waarneem, Hans.”
“Wie is ‘ze’, Isabell? Wat neem je waar?”
Ze kijkt me ernstig aan, en zegt dan: “Kinderen, Hans.”
Een dreun. Nee, een mokerslag. Ik duizel. Heus, ik kan wel ergens tegen. Mijn neus staat niet voor niets zo scheef. “Mijn hemel, Isabell.”
Ze komt een stapje naar voren. Haar warmte, een licht parfum. Haar handen, ranke vingers. Handen, daar let ik altijd op en haar handen zijn mooi. Ze bewegen langs me heen. Haar rechterwang is nu dichtbij. Ik kus haar voorzichtig. Zij legt haar handen in mijn rug.
“Ja, Hans. Daar zijn ze nu nog, in de hemel.”
“Kunnen ze daar dan niet beter blijven, Isabell? Het is daar toch veel veiliger?”
“Dat zit ingewikkelder, Hans. Als jij er bent, praat ik met ze. Ze zouden graag naar beneden komen, hun eerste stapje zetten.”
“Maar Isabell, toen ik zestien was, drong het al tot me door dat het vaderschap mij niet zou passen. Hoe kan dat nu?”
“Sssssssssttt Hans, wees stil. Voor mij ben jij echt. Ik zie dat je het leven leeft en er evengoed mee worstelt. Dat maakt je jongensachtig. Ik voel me bij je thuis, Hans.”
“Mijn God, alsjeblieft Isabell.”
Maar ze komt weer iets naar voren. En weer kus ik haar.
Mijn geslacht klemt strak tegen de tralies van de kuisheidskooi. En ik denk aan Jacoba, mijn Meesteres. Voor Jacoba breng ik het offer en in Isabell zaai ik het zaad. Jacoba en Isabell, beide schenken mij vrijheid. Onzin!
Het zaad en het offer, twee archaïsche begrippen. Maar ze gaan niet samen. ‘Hij die het zaad zaait, zal het offer niet brengen en hij die het offer brengt, zal het zaad niet zaaien.’
Een dilemma waarmee ik nu al ruim vijfendertig jaar in de clinch lig. Voor een definitieve keus ben ik altijd doodsbang geweest. En juist nu ik er niet meer opgerekend had, word ik erdoor overvallen.
Als een mes steekt vertwijfeling mijn hartstreek binnen. Er is pijn. Het bloed stroomt naar buiten. Zij stelpt de stroom; ik voel hoe zij haar handen hoog in mijn rug legt.
“Hans, waar ben je?” Isabell roept. Ik hoor haar.
“Hier Isabell, hier ergens.”
“Je bent nooit ver weg, Hans.”
“O, Isabell!”
Een moment denk ik dat ik ook kinderen waarneem. Maar ik sta toch met beide benen op de grond? Nondeju!
“Ja, Hans.”
“O, Isabell.”
“Er is nog wat tijd, Hans.”
“Ja, Isabell.”
“Als jij niet samen met mij verder wilt, dan laat ik ze weer los, dan houd ik ze niet langer op. Begrijp je dat, Hans?
“Ja, Isabell. Ik begrijp het.”
“Ik wist dat jij dit begrijpen zou, Hans.”
En voor de derde keer komt ze wat naar voren. Ik kus haar gulzig nu. Allemachtig, wat smaakt die vrouw mij zoet.
“Zoek me op! Mail of bel niet. Ik wil je antwoord zien. Nog een maand zal ik op je wachten, Hans.”
“Zolang zal het niet duren, Isabell.”
Benieuwd naar hoe dit verdergaat? Lees snel het volgende deel: De huisslaaf (6): Jacoba.
Deze verhalenreeks is door huisslaaf hans ingezonden. Heb jij ook een spannende BDSM ervaring die je met Ons wilt delen en die nog niet ergens anders is gepubliceerd? Stuur je verhaal dan in naar [email protected] of upload je verhaal via het inzendformulier.
Dag slaafje hans,
Bedankt dat je je prachtige verhalen zo deelt met andere slaafjes en met hen die op weg zijn er een te worden.
Ik heb genoten van je fantasieen en/of ervaringen.
Je eeuwige dilemma begrijp ik en het lijkt mij erg moeilijk om de knoop te moeten doorhakken. maar, zoals ik ook elders heb gelezen ( Sutton0 en zoals je ook zelf heel goed begrijpt is een keuze onvermijdelijk. Net zomin als je half zwanger kunt zijn kun je een half slaafje zijn. Wat de keuze misschien vergemakkelijkt, is het feit dat je zo zoetjes aan ouder wordt en daardoor de tijd een medebesluitvormer wordt. Maar toch hoop ik dat je ferm bent en tot een besluit komt, waar je je dan heerlijk aan kunt overgeven.
Ik ben zelf ouder en in mijn jongere jaren had ik een kinderwens, die ook vervuld is. Dat was nog in de tijd dat sm net ontdekt werd door het publiek en ook ik vond het toen een zaak van sneue rakkers, die niet volwassen konden worden.
Nu, als potentieel slaafje, zie ik dat heel anders. Het is juist volwassen als je gevoelens durft te erkennen en daarmee durft te experimenteren zonder met een oordeel klaar te staan. Ik ben mijn leven lang een ” vrouwenman “, die het heerlijk vind om zijn vrouw te verwennen, te dienen om zodoende in haar harmonie me gelukkig te voelen en mijn beperktheden te ontstijgen.
Jammer genoeg ben ik wel een half slaafje, omdat mijn Geliefde niet wenst te straffen en ik kan mij niet ontwikkelen als slaafje zonder dit corrigerend optreden, ook al ben ik best een eindje in de goede richting gekomen, dankzij haar vele aandacht, die zij aan mijn beperkingen besteed heeft.
Maar goed, als ik weer eens wat tijd heb, zal ik eens een fantasie van mij inbrengen, in de hoop dat er iemand is die er van kan genieten.
Meesteres Deana wil ik nog bedanken voor de moeite, die ze twee maanden geleden genomen heeft om mij er op te wijzen, dat (ook) ik slaafje niet het geluk zal hebben haar echt te mogen dienen. Ik begrijp het meesteres, maar af en toe kan ik het niet nalaten te dagdromen en zo fantaseerde ik ook van u meesteressen, met mijzelf bijvoorbeeld in de rol van een hondje of als slaafje aan uw dierbare voeten.
Met respectvolle groeten, docyl.
Dankjewel Docyl, voor je compliment.
En ja, schrijf je wensen en dagdromen eens op, denk erover na, maak er een verhaal van en stuur het in. Ik ben benieuwd !
Fantaseren en dromen is een veilige bezigheid 😉