Schuld, berouw en boetedoening deel 5

Stipt om half zeven gaat de bel. Natascha blijft vijf volle minuten op haar leren loungebank zitten voordat zij zich lui uitrekt, opstaat en met haar hooggehakte nappaleren dijlaarzen over de marmeren vloer tikkend naar de voordeur loopt. Zij doet open en daar staat André. Hij kijkt naar de grond en groet haar onderdanig. “Goedenavond, Mevrouw van Linschoten.” “Ah, de werkster!” sneert Natascha. “Gauw naar binnen jij, je hebt een heleboel te doen.” “Ja Mevrouw.” “Doe je schoenen uit,” beveelt Natascha en loopt de kamer binnen. André doet vlug zijn schoenen uit en volgt haar naar binnen.

Natascha zit op de loungebank, knipt met haar vingers en zegt: “Daar zitten!” en wijst op het roze poefje wat nu vóór de bank staat. André gaat zitten. “Dit is trouwens jouw enige zitplaats in dit hele huis. Jij zit verder nergens anders meer op, begrepen?” “Ja Mevrouw.” antwoordt André bedeesd. Hij zit weer met zijn knieën haast op mondhoogte en moet omhoog kijken om Natascha te zien. Hij zit ook weer zo laag dat hij het laarzenleer kan ruiken.

Het geeft hem een wee tintelend gevoel in zijn onderbuik. Natascha slaat haar gelaarsde benen over elkaar en laat haar gelaarsde rechtervoet voor André’s gezicht heen en weer bewegen. Het soepele laarzenleer kraakt zachtjes. “Er zijn wat nieuwe ontwikkelingen,” steekt Natascha op zakelijke toon van wal. “Ik heb een relatiebureau in de arm genomen, dat ons gaat helpen met het herstel en vooral de verbetering van onze relatie.

Ik heb een afspraak voor komende woensdag om 11.00 uur. Jij zorgt dat je een kwartier van te voren voor de deur staat. Het adres staat hierop.” Natascha overhandigt hem het kaartje. “En nu waar je voor komt. Deze zaken ga jij vanavond in orde maken.” Natascha duwt hem de lijst met poetstaken in zijn hand. “Ja Mevrouw.” Natascha vervolgt: “Je weet waar de schoonmaakspullen staan en ik heb nog een paar leuke rubberen handschoenen voor je gekocht. O ja, als je dit hoort…” en Natascha pakt het dienstbodebelletje en klingelt er driftig mee, “dan kom jij je zo snel mogelijk bij mij melden, begrepen?” André knikt wat sullig met z’n hoofd. “Begrepen!!??” bitst Natascha. “Ja Mevrouw, ja,” zegt André slaafs. “Oké, actie dan!” Natascha klapt in haar handen. “Aan de slag.” en ze wuift hem met haar handen weg. André staat snel op en loopt naar de gangkast. Hij pakt een emmer, een dweil, een vaatdoekje, een schuursponsje, een fles Andy schoonmaakmiddel en neemt ook de rubberen handschoenen mee. Natascha heeft licht roze gekocht.

Ook dat vindt hij vernederend. Hij zet de spullen vast boven in de badkamer en gaat opnieuw naar beneden voor de stofzuiger en een stofdoek. Dan gaat hij naar de slaapkamer en begint het bed af te halen. Hij loopt net met de kussenslopen, het dekbedovertrek en het onderlaken naar de wasmand op zolder als hij het dienstbodebelletje hoort. Haastig legt hij het beddengoed even op de trap en loopt vlug naar beneden. Hij gaat voor Natascha staan en zegt nederig: “wat is er van Uw dienst, Mevrouw?” Natascha moet onwillekeurig lachen om de onderdanige houding van André. “Ik heb hier nog twee dingen die je aan moet voor je poetswerk. Eerst deze,” en Natascha wijst naar een paar foeilelijke, versleten witte Birckenstock sandalen. “Trek aan. Ik vond ze vorige week bij de kringloopwinkel. Één euro. Goed genoeg voor mijn nieuwe werkster.” André past de sandalen, maar ze zijn zeker een maat te klein. “Doe je sokken dan maar uit, dan gaat het best.

Ik heb niet gezegd dat je het makkelijk zou krijgen als je bij mij komt poetsen. Je doet boete, weet je nog?” snauwt Natascha hem af. “En sla de pijpen van je broek om, ik wil je nieuwe sandaaltjes goed kunnen zien. “Ja Mevrouw,” antwoordt André gedwee. “En nu trek je dit nog en aan kun je verder met je werk.” Natascha gooit het sloofschortje van Agnes voor zijn voeten. André pakt het schortje met grote ogen van de grond en prevelt “Moet dat echt?” “Moet dat echt wat??” snauwt Natascha. “Moet ik echt dit schortje aan, Mevrouw?” zegt André zo slaafs mogelijk. “Inderdaad,” zegt Natascha, “dit schortje. Het schortje van mijn vorige werkster. De sloerie waar jij mij mee hebt bedrogen. Ik vind dat een zeer passend onderdeel van jouw boetedoening.

Die sandalen en dat schortje zijn voortaan jouw poetsoutfit. Door die te dragen is het duidelijk voor iedereen, ook voor mijn bezoek, dat jij hier de poetssloof bent. Als je binnenkomt morgen liggen die al klaar in de gang, dan kun je ze gelijk aantrekken.” André doet het schortje over zijn hoofd en knoopt het met de banden op zijn rug vast. “Nee, een mooie strik graag. Het oog wil ook wat. Kom hier en draai je om.” André draait zich om en Natascha maakt een mooie strik op zijn rug. “Mooi, en nu aan het werk.” Andre voelt zich weer net zo vernederd als zaterdag, kleintjes, benepen.

Zijn hele houding van macho is de afgelopen drie weken in een zeer rap tempo afgebroken. Hij gaat naar boven en stopt het dekbedovertrek, het onderlaken en de slopen in de wasmand. Als hij de slaapkamer gaat stoffen ziet hij zichzelf in de grote spiegels van de linnenkast en schrikt. Is hij dat? Dat sukkeltje met dat vernederende sloofschortje voor? Met die lullig omgeslagen broekspijpen en die belachelijke witte versleten en ook nog eens te kleine Birckenstock sandalen. Hij weet het, hij moet boeten, maar al deze vernederingen bij elkaar? En toch, hij voelt geen opstandigheid.

Nee, hij voelt een gelatenheid die, hoe gek het ook klinkt, haast weldadig aandoet. Hij vind het terecht dat hij zo gekleineerd wordt en zo op zijn plaats gezet. En hij bespeurt zelfs opwinding. Is dit loutering? Hij weet het niet, maar hij neemt zich heilig voor net zo zijn best te doen op de door Natascha opgedragen taken als hij op het poetsen van de rijlaarzen heeft gedaan. Hij pakt de stofdoek en gaat hard aan het werk.

Als André klaar is met stoffen en stofzuigen ruimt hij netjes de slaapkamer van Natascha op. De kleren die her en der verspreid liggen loopt hij na of ze in de was moeten of niet. Hij doet dat door eraan te ruiken. Hij ruikt bij shirtjes en blouses aan de oksels en bij broeken aan het kruis. Wat nog fris is vouwt hij netjes op en legt hij keurig in de kast. De rest gaat in de wasmand. Hij ruimt wat schoenen en laarzen op, de nodige tijdschriften, make-up spullen, lege glazen en schaaltjes met restanten nootjes.

Hij vind diverse bh’s, nylonkousen, panties en slipjes en doet die apart in een klein wasmandje voor de handwas, waarvan hij vurig hoopt dat hij die ook mag doen. Tenslotte pakt hij een schoon dekbedovertrek, slopen en een onderlaken en maakt hij Natascha’s bed netjes op. Dan gaat hij naar de badkamer, doet zijn nieuwe roze handschoenen aan en begint aan de w.c. Hij doet wat dikke bleek uit de fles die naast het toilet staat in de pot en begint te schrobben. Dan hoort hij Natascha naar boven komen. Ze komt de badkamer binnen. “Doe dat eens op je knieën.

Dan zie je het beter en kun je harder boenen.” “Ja Mevrouw,” antwoord hij gedwee. Hij knielt en boent de pot. Terwijl hij bezig is blijft Natascha achter hem staan. Plots hoort hij zachtjes maar ritmisch het licht kletsende tikken van leer op leer. Dan snauwt Natascha: “Ook onder het water ín die pot borstelen, ja!” en naast zijn hoofd verschijnt een kort rijzweepje waarmee Natascha in de pot wijst. “Vooruit, blinken moet het.” en Natascha tikt nu ongeduldig met de zweep tegen haar laars.

Met een rood hoofd van schaamte en vernedering poetst André nu stevig door. “Juist! Doorwerken nu, want het is al weer over half acht en je hebt nog zat te doen.” en ze tikt even heel lichtjes met het flapje van haar rijzweepje tegen zijn wang. Natascha loopt weer naar beneden. “Ja Mevrouw,” klinkt het deemoedig. André zorgt dat de toiletpot blinkend en spatloos schoon wordt, maakt een sopje en doet de bril, het reservoir, de buitenkant van de pot, de toiletborstelhouder en de toilet rolhouder. Daarna begint hij aan het ligbad. Hij schuiert met de schuurspons de zeepranden weg, haalt de haren uit het putje, zeemt de handdoek radiator schoon.’

Hij haalt alle flesjes badschuim, shampoo, conditioner, scrub, badolie en wat er allemaal nog meer staat van zijn plaats en maakt daaronder schoon. Dan maakt hij alle spulletjes schoon en zet ze weer netjes op hun plaats. Hij zeemt de spiegels, de douchedeuren en de douchekraan en maakt de flesjes die daar allemaal staan schoon. Hij zeemt al het tegelwerk, maakt de deur en de deurknop schoon, haalt de haren en zeepresten uit het doucheputje, haalt ook de haren uit Natascha’s borstel en wil net beginnen met het dweilen van de douchevloer als de voordeurbel gaat. Vrijwel direct hoort hij ook het dienstbodebelletje.

Hij staat op en loopt haastig naar beneden. Natascha roept al: “Deur opendoen! Snel!! Laat mijn bezoek niet wachten”. En ik dan, denkt André, ik moet altijd wachten als ik aanbel. Hij doet de tussendeur open en weer dicht om de kou buiten te laten en in een flits is hij zich bewust van zijn verschijning: het schortje, de versleten Birckenstock sandalen onder z’n omgeslagen broek en z’n roze rubberen handschoenen. Mijn god, denkt hij, laat het geen vriend of andere bekende van hem zijn. Hij doet beschroomd de deur open en…. Oh nee!!! Het is Katja! Ze ziet er weer verschrikkelijk opwindend uit. Haar haar zit los, ze draagt een zwart nappaleren jack met grote revers en een kort leren plooiminirokje.

Ze heeft knielange laarzen met hoge hakken aan. Als ze André ziet grijnst ze van oor tot oor. Ze fluit even en zegt: “André! Wat zie jij er grappig uit. Laat me je bekijken!” Ze loopt naar binnen en in een fractie van een seconde gaat haar linkerhand naar zijn kruis en knijpt ze in zijn pik en ballen, terwijl ze hees in zijn oor fluistert: “of moet ik Andrea zeggen.” André voelt de lange nagels van Katja in zijn pik en ballen en krimpt ineen door de totaal onverwachte intimiteit van Katja, maar die gaat alweer door: “Oh nee! Ik zie het al!” en ze prikt met haar vinger op het borduurwerk van zijn sloofschortje. “Agnes! Jij bent de nieuwe Agnes! Wat een leuk schortje!

En echte werkstersandalen zie ik. Help me even uit mijn jas schat! Maar niet met die handschoenen, want daar ben je natuurlijk mee aan het schoonmaken en ik wil geen viezigheid aan m’n kleren krijgen.” “Ja Mevrouw,” zegt André in de verwarring en beseft dan dat Katja Natascha niet is. “O, wat een beleefde meid ben jij! Je bent goed opgevoed, zeg!” André heeft zijn handschoenen uit en helpt Katja uit haar nappaleren jack. Hij is totaal van z’n stuk door de gesel van vernederingen die Katja hem in nog geen 20 seconden weet toe te brengen. Hij hangt haar jack op en kijkt haar nog even tersluiks aan en ziet dan dat ze onder haar jack een heel laag uitgesneden t-shirt van zwarte glimmende chintz draagt.

Haar prachtige borsten in haar Marlies Dekkers bh laten nauwelijks iets te raden over. Ondanks de vernederingen krijgt hij toch een erectie van de bloedmooie Katja, die trouwens al hautain heupwiegend naar binnengaat en haar hartsvriendin uiterst hartelijke begroet. Kat nestelt zich naast Natascha op de loungebank. “Ga jij verder met je werk?” roept Natascha neerbuigend terwijl zij in haar vingers knipt naar André, die nog steeds een beetje verdoofd in de gang staat. “Ja, Mevrouw,” antwoordt deze nederig en maakt zich snel uit de voeten.

Binnenkort deel 6

1 reacties op “Schuld, berouw en boetedoening deel 5

  • 20 september 2017 om 21:29
    Permalink

    Ik kan niet wachten op het vervolg.
    Heerlijk.
    Kunnen wij als mannen je helpen.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

    Klamed B.V